Brand- en Beregeningsbronnen

Gezien het groot aantal jaren ervaring (sinds 1976) is het boren van grondwateronttrekkingsputten (met name beregeningsputten en brandputten) een groot specialisme van Raaijmakers en Zn. Bronbemaling BV
Wij hebben verschillende machines tot onze beschikking (zowel op rupsbanden als op wielen).

Wij kunnen putten plaatsen tot een diameter van 315 mm. Het filtergedeelte van de put wordt altijd omstort met filtergrind. Enerzijds gebeurt dit om de toestroming van het grondwater naar de put te bevorderen en anderzijds om te voorkomen dat er met het grondwater zand opgepompt wordt. Dat laatste is erg belangrijk omdat zand schade aan de pomp kan veroorzaken. Bovendien zal het zand bezinken in de put, waardoor de put op den duur onbruikbaar wordt. Boven de grindmantel wordt het boorgat aangevuld met het zand, dat tijdens het boren is vrijgekomen. Mochten er tijdens het boren klei- en/of leemlagen doorboord zijn, dan worden deze tijdens het aanvullen van het boorgat hersteld d.m.v. het aanbrengen van kleikorrels (mikolit).

Nadat de put is geplaatst en het boorgat rond de put is aangevuld met grind, zand en (eventueel) kleikorrels wordt de put eerst gedurende een half uur schoongepompt om ervoor te zorgen dat het gebruikte werkwater uit de put wordt verwijderd en om te controleren of de put goed functioneert. Een officiële capaciteitsproef is dit overigens niet. Deze kan, indien gewenst, wel door ons worden uitgevoerd en worden uitgewerkt in een rapportage.
Hoe de put nu verder wordt afgewerkt hangt af van het doel van de put. Beregeningsputten worden vaak voorzien van een eenvoudig deksel, terwijl brandputten compleet worden afgewerkt naar het voorschrift van de plaatselijke brandweer. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de zogenaamde "gesloten geboorde brandput" en de "open geboorde brandput". Een gesloten geboorde put wordt voorzien van een deksel met een doorlaat t.b.v. een aan te brengen vaste aanzuigbuis. De aanzuigbuis wordt bovenaan voorzien van een 90 graden bocht met een storzkoppeling met blindflens. Bij brand verwijderdt de brandweer de blindflens en sluit de aanzuigslang van de pomp d.m.v. de storzkoppeling rechtstreeks aan op de aanzuigbuis. Een open geboorde put wordt afgewerkt met een straatpot. Bij brand verwijderdt de brandweer het deksel van deze straatpot en hangt de zuigslang van de pomp in de put (de bovenste 10 meter stijgbuis van de open geboorde put moet daarom ook altijd een wat grotere diameter hebben (meestal 315 mm) dan de rest van de put).

Contact